Over scouting
“verkennen” is de letterlijk vertaling van het woord scouting. Verkennen van de wereld om ons heen. Wij spelen het spel van verkennen op het land of op het water. Liefst buiten. Door het buitenleven komt een scout (weer) in contact met de natuur. Zo leren we dat water niet alleen uit de kraan komt, maar ook uit de lucht of te vinden is in de grond. “Back to basic” leren we om zelf hout te zoeken, te hakken en zagen, om dat vuurtje te maken waar je eten op kan koken en je bij kan warmen. Leren om vindingrijk te zijn en om door te zetten. Zelf een tent bouwen van zeil, hout en touw en daar bij –14 graden in overnachten. Weten hoe je warm en droog kan blijven in je tentje, de weg vinden in een vreemde omgeving. Dat betekent jezelf leren kennen, amuseren en zelfvertrouwen krijgen. Dat betekent ook risico’s leren inschatten, creativiteit, praktisch improviseren met geringe middelen, vertrouwen op en zorg hebben voor je patrouillegenoten. Leren door het zelf te doen.
De activiteiten die we bij scouting doen, zijn heel divers; kamperen, zeilen, spannende verhalen of zingen bij een kampvuurtje of een vlot in elkaar pionieren, een mudrace, zwemmen, een speurtocht lopen, een groot spel op een plein of in het bos doen, een potje voetballen, een fotocollage maken, met een rugzak op je rug gaan hiken of klimmen en abseilen en nog veel meer.…. Je kunt het zo gek niet bedenken.
We streven naar een steeds grotere mate van zelfstandigheid, samenwerken, leiding geven en hulpvaardigheid, maar verstoppen dat in avontuurlijke sport- en spelactiviteiten.
Scouting spreekt tot verbeelding en gevoel voor avontuur. Het is niet in één zin te beschrijven wat je precies doet bij een scoutingvereniging. Niets om over te praten, maar om het eens zelf te doen! Kom gewoon langs op zaterdag en draai eens een opkomst mee!
het Ontstaan van scouting
Het programma dat Scouting biedt, is gebaseerd op de ideeën van de Engelsman Baden-Powell. Hij bedacht het Scoutingspel aan het begin van de 20e eeuw.
Baden-Powell is officier in het leger en verblijft vooral in India en Zuid-Afrika. Hier schrijft hij het handboek „Aids to Scouting”, bestemt voor zijn collega’s. Thuisgekomen in Engeland is Baden-Powell een held. Het boekje dat hij geschreven heeft, slaat heel erg aan bij de jeugd. Zij hebben groepjes gemaakt en spelen met veel plezier „B.P.”-tje.
Om de groepjes (bendevorming) tegen te gaan werd B.P. gevraagd door de Engelse koning om scouting te gaan organiseren.
Hierop besloot Baden-Powell om speciaal voor de jongeren een eigen boek te schrijven dat niet gericht was op het voeren van oorlog, maar om het hebben van plezier en daarbij nog wat zinvols te leren. Dit werd „Scouting for Boys”, een merkwaardige mengeling van stukken uit spannende jongensboeken, sterke verhalen, tips en trucs, kampeer– en spoorzoekersvaardigheden, en aanwijzingen voor begeleiders.
Het is nog steeds leuk om te lezen, hoe zijn ideeën van ruim honderd jaar terug nog steeds bodem vinden, binnen scouting. Een kenmerk van scouting dat door de jaren heen altijd belangrijk is geweest, is het doorgeven van kennis.
Als scout leer je als het goed is van de andere mensen in je groep allerlei nieuwe vaardigheden waar je de rest van je leven nog wat aan hebt, en die jij op jouw beurt weer kunt geven aan de mensen die jonger zijn dan jij. Ook leer je om al op jonge leeftijd initiatief te nemen en samen te werken in een groep. Scouting is samen bezig zijn en dat kan op zoveel verschillende manieren dat het niet te beschrijven is!
Het is ook grappig om te lezen hoe snel “scouting" zich uitbreidt. Scouting for boys is geschreven voor jongens tussen 10 en 15 jaar oud. Natuurlijk zijn er ook meisjes die scouting leuk vinden en samen met het ontstaan van scouting in Nederland krijgen ook meisjes een plek binnen scouting. Eerst nog strikt gescheiden van de jongens. De leiding van de meisjes in handen van Agnes Baden-Powell, de zus van B.P.
Met hulp van zijn broer Warington ontwikkelt B.P. de zeeverkenners en later met hulp van zijn broer Baden de luchtverkenners. In 1928 wordt Olave Baden-Powell, de echtgenote van Robert Baden-Powell uitgeroepen tot „World Chief Guide" van de meisjes.
Hele familie’s worden vaak besmet met het scoutingvirus, dat is nu ook nog zo.
Voor jongere kinderen wordt in 1916 het „Wolf Cub’s Handbook” gepubliceerd, dat geschreven is met medewerking van Joseph Rudyard Kipling, de schrijver van het Jungleboek. In 1917 ontstaan in Engeland de „Senior Scouts” die in 1919 overgaan in „Rover Scouts”, in een poging de jongeren die te oud zijn geworden voor verkenner vast te houden.
Hij schrijft boeken, reist de wereld rond om scouting te promoten, organiseert internationale scoutingkampen om de nadruk te leggen op onderlinge verstandhouding en wederzijds begrip.